Hoeveel mensen keken vóór u

zondag, februari 20, 2011

De Zending

Waarheid en leugens in de Zendings PR
(Kim ten Berghe)

Zeven blinden zijn genezen! W.J. Ouweneel claimde deze genezingen in een verslag over een TRIN-reis naar Myanmar. Hij had gerekend buiten de onderzoeksijver van zendeling Marten Visser, die goede contacten in Myanmar heeft. Deze nam contact op met het blindeninstituut waar de genezingen zouden hebben plaatsgevonden. Niemand wist er iets van. Ze hadden wel wat buitenlanders op het terrein gezien, maar verder was er niets gebeurd. Verrassend is dit niet. De organisatie TRIN, met Ouweneel in haar kielzog, is al eerder door de mand gevallen met claims die niet waar bleken te zijn. Maar het is wel verontrustend dat deze organisatie, en vele andere die niet integer te werk gaan, toch door Nederlandse christenen op de rails worden gehouden. Het blijkt voor velen lastig om in de ontroerende pr-filmpjes en prachtige verhalen waarheid te onderscheiden van leugen en overdrijving.

Aan zending kun je niet verdienen. De uren die een zendeling steekt in het leren van een taal en het planten van een kerk leveren economisch gezien niets op. Daarom is bijna al het zendingswerk – en dit geldt ook voor bijvoorbeeld ongesubsidieerde christelijke hulpverlening – afhankelijk van de financiële bijdragen van achterbannen van kerken, organisaties en individuen. Dit is op zich geen probleem. Veel mensen geven met veel liefde hun gaven, zodat anderen de kans krijgen om het Evangelie te horen. Zij zien het als een voorrecht dat ze op deze manier daaraan kunnen bijdragen.
Pijnlijke constatering
Er is echter een gevaar: zendelingen en christelijke organisaties kunnen zaken mooier voorstellen dan ze zijn om de giftenstroom veilig te stellen of te vergroten. Soms omdat het geld echt nodig is om het goede werk dat gebeurt doorgang te laten vinden. Soms omdat een zendeling of (leider van) een organisatie uit is op zijn eigen eer of financieel gewin. Dit is een pijnlijke constatering, maar een feit dat vaak wordt genegeerd. Niet iedereen die zichzelf christen noemt is te vertrouwen. Ook niet iedereen die actief is in zendingswerk is te vertrouwen. Mensen met verkeerde motieven hebben vaak mooie praatjes en halen veel geld binnen, terwijl goede initiatieven moeilijk van de grond komen door gebrek aan middelen. Zo leidt het gebrek aan onderscheidingsvermogen bij christenen ertoe dat de zakken van oplichters worden gespekt en duurzaam zendingswerk wordt ondermijnd.
Vele jaren ploeteren
Een ander probleem is dat veel Nederlandse christenen, mede door verkeerde PR van zendingsorganisaties, geen goed beeld hebben van de realiteit van zendingswerk. We horen verhalen uit verre landen over opwekkingen, wonderen, bekeringen van hele stammen en grote hulpprojecten. Hierdoor gaan we denken dat dit de normale gang van zaken is. Dat is echter niet waar. De normale gang van zaken is dat zendelingen vele jaren ploeteren, dat alles wat mis kan gaan misgaat en dat er af en toe een lichtstraal van genade op het werk valt, waardoor het Evangelie voet aan de grond krijgt. Vaak begint meteen daarna de strijd van de boze om de resultaten ongedaan te maken.
Romantisch beeld
Omdat mensen dit niet weten, zijn ze geneigd hun steun te geven aan zendelingen en organisaties die met bijzondere verhalen komen. Die verhalen zouden een legitimatie zijn dat ze goed bezig zijn, wat niet zo is. Omdat deze verhalen het helaas beter doen dan de meer realistische zendingsverhalen, komen ook betrouwbare organisaties in de verleiding om in hun PR niet zozeer te overdrijven of onwaarheden te vertellen, maar wel om eenzijdig te berichten over hun werk. Positieve dingen, hoe klein ook, worden breed uitgemeten op de voorpagina, en tegenslagen, hoe rampzalig ook, krijgen een berichtje van twee regeltjes op de achterkant. Op zich is dit begrijpelijk, maar deze manier van berichtgeving houdt wel een onjuist en geromantiseerd beeld van zending in stand.
Vuistregels
Hoe kun je als leek nu weten of berichtgeving over zending betrouwbaar is? Hier zijn een paar vuistregels. Ze bieden geen honderd procent garantie, maar kunnen wel een goede indicatie geven over het betrouwbaarheidsgehalte van bepaalde berichtgeving. 
Wees alert als het woord ‘opwekking’ wordt gebruikt. Opwekkingen komen voor, maar zijn zeldzaam. Als iemand ze meer dan eens in zijn bediening meemaakt, is dit verdacht. Bij twijfel kan het goed zijn plaatselijke nieuwsmedia op internet te raadplegen. Als er echt een opwekking op grote schaal is begonnen, zal dit doorsijpelen in de seculiere media en/of in berichtgeving van andere christelijke organisaties die in hetzelfde gebied werken. Kenmerken van een echte opwekking zijn onder andere kerkgroei, zowel in de breedte als in de diepte, het radicaal afwijzen van zonden en heidense gebruiken, een bijbelse prediking en een doorwerking daarvan in de maatschappij. 
Wees alert op persoonsverheerlijking. Zending kan een heel lucratieve bezigheid zijn voor bepaalde narcistische personen. Zij krijgen veel aandacht en respect en als ze het slim spelen ook nog een hoop geld. Tel eens hoe vaak een bepaald persoon wordt afgebeeld in een blaadje of in beeld komt in een video en vraag je af of dat normaal is. Kijk ook hoe deze persoon wordt afgebeeld. In ene hand een bijbel, de andere hand zegenend opgeheven, omstraald door het licht van de spotlights? Dan kan het goed zijn dat je te maken hebt met een klassiek geval van een selfmade Messias. 
Fantastische claims zijn bijna altijd verdacht. Zijn er op één dag tienduizend mensen of meer tot geloof gekomen? Dan doen ze het beter dan de Geest met Pinksteren. Worden er aan de lopende band mensen genezen? Als dit echt waar is, zullen ook andere media hiervan berichten. Daar komt bij dat ‘tot geloof komen’ vaak wordt gedefinieerd als het naar voren gaan tijdens een bijeenkomst, je hand opsteken of een briefje invullen. Er is al vaker overtuigend aangetoond dat als iedereen die op deze manier tot geloof gekomen is ook echt christen was geworden, er in elk geval in Afrika geen heiden meer zou rondlopen. 
Leer en leven is belangrijk! We willen nog wel eens een onbijbelse leer of levensstijl door de vingers zien omdat een organisatie of persoon toch zulk goed werk doet. Maar goede daden zijn nooit een rechtvaardiging voor valse leer en al helemaal niet voor een leven in zonde. 
Hoe wordt er om geld gevraagd? Wordt er eerlijk en concreet gezegd waar het geld voor wordt gevraagd? Zijn er jaarverslagen opvraagbaar en zien die er degelijk uit? Zijn de salarissen van de leiders niet te hoog en die van de gewone werkers niet te laag? Wees alert op manipulatieve fondswerving. Die kun je herkennen aan het schuldgevoel dat je wordt aangepraat als je niet geeft – of niet zoveel geeft als de fondswerver wil. Andere verdachte methoden zijn profetische fondswerving (‘De Heer heeft gezegd dat deze collecte 45.000 euro op gaat brengen!’), de ‘voor wat hoort wat’ fondswerving (‘De Heer zal je rijkelijk belonen, je zult een financiële doorbraak in je persoonlijk leven krijgen’), emo fondswerving (veel zielige verhalen en arme kindjes, hypnotiserende praisemuziek op de achtergrond) en ‘geld voor eer’ fondswerving, waarbij gevers op het podium worden gehaald of een eervolle vermelding krijgen. 
Hoe wordt er gesproken over de lokale bevolking? Gedegen zendingswerk dat met de juiste motivatie wordt gedaan, kun je herkennen aan de manier waarop over de lokale bevolking wordt gesproken. Zijn het alleen ‘objecten’ die onze hulp en evangelisatie nodig hebben om uit hun ellendige bestaan te worden verlost? Of zijn het mensen met een eigen verhaal en een eigen mening; mensen die ook iets te geven hebben en waarvan wij kunnen leren? Storten wij onze hulpgoederen en onderwijs ongevraagd over hen uit? Of nemen we de tijd om hun levenswijze, wereldbeeld, maatschappelijke structuur, religieuze denkbeelden en taal te leren kennen en sluiten we daarop aan? 
Hoe gaat de organisatie of zendeling om met problemen en fouten?Als er nooit problemen zijn, dan kun je vrijwel zeker weten dat ze onder de tafel worden gehouden. Gods werk gaat altijd gepaard met strijd. Iedereen maakt fouten, maar het is veelzeggend of deze fouten worden gerechtvaardigd of beleden. 
Is de zendeling of organisatie bereid zijn/haar bediening, methoden, leefwijze en theologie te laten toetsen door anderen? Wordt er eerlijk en inhoudelijk ingegaan op kritiek? Als kritiek direct wordt afgedaan als een aanval op Gods werk of op Gods gezalfde, dan is er duidelijk iets te verbergen. De reactie van Ouweneel op Martin Visser was een voorbeeld van hoe het niet moet. Hij suggereerde dat Visser, door zijn verhalen over wonderen niet te geloven, tegen God aan het strijden was. Dit is een vorm van geestelijke intimidatie die iemand die gewoon de waarheid spreekt niet hoeft te gebruiken. 
Dit artikel is niet geschreven met als doel het werk van God in een kwaad daglicht te stellen. Al het zendingswerk wordt gedaan door feilbare mensen met fouten, blinde vlekken en zwakheden. Desondanks moeten we als christelijke gemeenschap niet bang zijn de schadelijke methoden, leugens, onbijbelse leer en leefwijze van sommige ‘dienaars van het Evangelie’ te ontmaskeren en er omwille van de waarheid duidelijk afstand van te nemen. 

open mail aan de heer Willem Ouweneel: 20 maart 2011

Ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt, dat ik niet alles invul. Mijn naam en woonmplaats zijn m.i. genoeg. Ik heb uw stukje gelezen. U heeft nogal wat te verdedigen en u doet dat met verve. Uit meerdere bronnen blijkt dat u uw resultaten wel eens overdrijft. U meent in uw stukje dat iedereen wel eens een foutje maakt, maar ik vind dat je nu juist op dit soort punten geen fout zou moeten maken. Neem bv. de blinden. Meerdere mensen verklaren dat er gewoon niets gebeurde. Dat is toch op zijn minst vreemd. Misschien kunt u eens aangeven hoe dat dan komt. En het was niet alleen Marten Visser. Anderen hebben dit ook bevestigd. Om over de bv constructies van Trin maar te zwijgen. Ik daag u m.n. over dat laatste uit om eens eerlijk te zijn. Publiceert u eens samen met de heer M. v.d. Steen uw belastbare inkomen over 2009. U weet wel, de aanslag die u van de belasting krijgt. Een scannetje is snel gemaakt toch. Dan is tenminste dat verhaal over dat "veel verdienen" uit de wereld. Die duidelijkheid is dus makkelijk te geven.

woensdag, februari 09, 2011

v.d.Weerd

Broodje aap verhaal van Peter van der Weerd

Hebt u wel eens naar Peter van der Weerd geluisterd. Peter is voorganger van “De Basis” te Apeldoorn. Destijds voelde hij zich als zakenman (multimedia+) geroepen om een laagdrempelige kerk te stichten die mensen kon bereiken die een “behoefte aan spiritualiteit” hadden. Peter zelf komt als gelovige voort uit een wat strengere gemeenschap, de Baptisten.  Blijkbaar had hij genoeg van het juk van deze groep, die er nogal strenge regels op na houd. (n.b. Peter heeft in het verleden regelmatig conflicten met zijn kerken en zijn achterbannen) Peter heeft met die regels gebroken door van  zijn kerk (de kerk is eigendom van hem) iets moderns te maken. Dat moderne spreekt vooral uit de glamour- en glitterachtige omstandigheden, waaronder een dienst wordt gehouden. Moderne zang, video, licht- en geluidseffecten en een restaurant-achtige setting, zodat je zittend aan je tafeltje, tijdens de dienst, je koffie met koekje kunt nuttigen. De dienst voltrekt zich als een voorstelling, gelikt en glimmend. Er wordt, vooral op het podium, hardop gebeden en ook gezongen. Je mag natuurlijk meezingen, begeleid door een bijna-proffessionele band, maar dat hoeft niet.
Een collecte kent de kerk niet. Peter was daar trots op. Zo trots dat hij ermee in al zijn interviews, internetuitingen en advertenties, naar buiten kwam.  Trouwe basisgangers weten dat er wèl geld wordt gevraagd. Niet via een collectebus, maar via formulieren, waarmee je lid wordt en, waarmee je dan tegelijkertijd een machtiging geeft om maandelijks een bedrag van je bankrekening te laten afschrijven. Daarnaast komen er giften binnen van bedrijven en derden. Gedacht wordt dat dit geld vooral wordt geschonken omdat “men” een product mag promoten of ter verkoop aanbieden, of, omdat men daardoor diensten levert aan “De Basis”.
Maar is het geloof van Peter van der Werd ook modern, of om met zijn woorden te spreken, laagdrempelig. Dat zou toch wel moeten. De doelgroep, die hij beoogt te bereiken, denkt immers anders dan de wereld waar hij vandaan komt.  Die doelgroep is vaak afkomstig uit kerken waar men dogma’s najaagt. Dogma’s die, zoals  het gereformeerde- en baptistendogma, uitgaan van het feit dat de mens “onbekwaam is tot enig goed”!! Om te bepalen hoe Peter’s gedachten zijn over geloven, zal een basisganger niet alleen aandachtig moeten luisteren, maar ook zelf na moeten denken over wat hij zelf van het onderwerp vind. Peter’s preek bestaat vaak uit flarden van hier en daar uit de bijbel opgedane meningen of stellingen, die dan gelardeerd worden met enige maatschappelijke voorbeelden. Soms nodigt hij zelfs mensen uit, natuurlijk bekende Nederlanders”  die hij wat laat vertellen. Of, dat kan ook, hij pakt een tekst van een bekende zanger of zangeres, laat de muziek horen en gaat dan wat analyserend te werk.
Zo wist peter van Anouk, de bekende zangeres, te vertellen, dat zij niet had gekozen voor het licht. In andere woorden, Peter weet zeker dat, hoe goed Anouk ook is, zij uiteindelijk naar de hel zal gaan. In die uitspraak die letterlijk luidde: “'Anouk wil graag leven, maar Anouk is dood”, komt dan de oorspong van peter van der Weerd duidelijk naar voren. Hij is ooit streng christelijk opgevoed en die opvoeding is blijven hangen.
Mensen die geloven dat goede mensen (ook) in de hemel komen, omdat God liefde is, komen volgens Peter bedrogen uit. Die komen namelijk niet in de hemel. Zij hebben het offer van God, dat God de wereld zo lief had en zijn enig geboren zoon offerde voor de zonden der mensen, niet aangenomen.  En dat betekent hel en de hel is volgens peter een plaats waar God niet is. Een plaats waar het kwaad heerst.
En Peter haalt ook Kor. 1 aan. De liefde. Waar God is, is de liefde zoals in 1 kor. 13 beschreven. Volgens Peter is liefde als volgt samen te vatten.
"Liefde heeft een lange adem, liefde is goedertierend, liefde is niet jaloers, liefde duld geen grootspraak en blaast zichzelf niet op, liefde gedraagt zich niet kwetsend en raakt niet verbitterd. Liefde verheugt zich niet over het onrecht. Liefde is vergevingsgezind en liefde is waarachtig. Tot slot, liefde ziet alles in een positief perspectief, in alles volhard ze en liefde is trouw."
Dat is een hele mond vol Peter, zou ik zeggen. Ik zou een paar voorbeelden uit de bijbel kunnen citeren die laten zien hoe onvergevingsgezind, hoe haatvol, hoe jaloers, hoe kwaad en hoe wreed God is. Lezers moeten die citaten zelf maar opzoeken. (http://home-1.tiscali.nl/~ti112509/liefde.htm)  Peter doet dat in ieder geval niet, want die voorbeelden passen immers niet in zijn verhaal, of liever gezegd, zijn boodschap.
In diezelfde preek stelt Peter vast dat een mens maar één leven heeft en dus één kans om die zodanig te benutten dat met dat leven de hemel wordt verdiend
Wie hierover nadenkt zal ontdekken dat deze stelling van peter erg moeilijk houdbaar zijn. Die stelling zou n.l. betekenen dat alle mensen die tussen het jaar 33 en nu geleefd hebben en die nog nooit van Jezus Christus gehoord hebben, op die “plek zonder God” terecht zouden komen. O.k. dat zijn er door de tegenwoordige communicatiemiddelen steeds minder, maar er zijn toch delen van europa, azië, afrika en de beide amerika’s waar mensen  tot minstens de middeleeuwen niets over Jezus Christus hebben kunnen horen. Al die mensen zijn dus volgens Peter na hun dood met een enkele reis naar de hel gegaan.
Er zijn gelovigen die menen dat God daar dan wel een oplossing voor gehad heeft. Zou dat zo zijn, dan betekent het dat goede mensen, die nooit van Jezus hebben gehoord, toch in de hemel kunnen komen. Maar dit terzijde. Volgens Peter kan het dus niet.
Peter onderschrijft wel dat God liefde is. Volgens Peter kan God niets anders dan liefhebben al kan God dat alleen maar binnen de kaders die Hij zelf voor die liefde heeft vastgesteld. Zij die buiten die kaders vallen, gaan volgens Peter naar de hel. In zijn “Broodje Aap verhalen” preek van 7 november 2010, somt Peter op wat liefde is. Hij citeert daarbij uit 1. Kor. 13. Dat is uiteraard een prachtige tekst. God zou zich die tekst moeten aantrekken. Een God die zichzelf aan deze uitgangspunten zou houden, bestaat volgens peter dus niet. Peters God stuurt ieder die het offer Gods niet aanneemt, Jezus dus, naar de hel.
Maar een gelovige zou zichzelf die regels ook wel eens kunnen aantrekken. Wat is genoeg verdienen bijvoorbeeld. Kan iemand die Jezus’ offer heeft geaccepteerd en die zich volgens Peter christen mag noemen, wel doorgaan met zijn/haar huidige leventje. Wat is voldoende, wat is genoeg.Wat doen wij christenen eigenlijk voor anderen. Vinden we de huidige economische structuur gepast en accepteren we de grote ongelijkheid op de wereld. Leven we daarom rustig voort en doen we alsof er niets aan de hand is. Is een christen, zoals Peter, iemand die het wel goed vind dat de ene mens nauwelijks rond kan komen, terwijl de andere in weelde leeft. Hoeveel winst mag een christen (blijven) maken met zijn werk of bedrijf, zonder dat hij enige wroeging voelt. Peter zegt dat als de aarde in een hemelse toestand verkeert, je je geen zorgen meer hoeft te maken over het milieu. Dat je geen angst meer hoeft te hebben voor onrecht. Dat het kwaad er niet meer is. Zou het in die hemel afgelopen zijn met de bio industrie, waarin miljoenen dieren, ook schepselen van God, op een beestachtige wijze worden gekweekt, gemarteld en geslacht.

Voor de echte bijbelkenners is het hier boven staande wellicht minder interessant. Voor hen geld waarschijnlijk meer de gedachte, dat Peter van der Weerd soms wel eens een loopje neemt met de waarheden die in de bijbel staan. Vandaar dat er in de "Basisgemeente"  regelmatig scheuringen zijn, evenals een groot verloop. Dat laatste is blijkbaar niet zo erg, want er komen steeds meer nieuwe mensen en dat betekent OMZET!